De reis
   Santiago
   Patagonia
   Peumo
   Maipo
   Mendoza
   Norte
   Zee/Bergen

De zee of de bergen?

home

Het feit dat Chili een uitnodiging is tot een reis vol contrasten, afwisseling en verrassingen,
was één van de redenen dat voor ons de doorslag heeft gegeven om voor 5 maanden in Chili te wonen.

Zaterdag 2 augustus 2003

Aangezien er die dag mooi weer voorspeld was besloten we de kust maar eens te gaan verkennen ter hoogte van Santiago.
Er zijn twee beroemde badplaatsen en één grote zeehaven: La Serena, Viña del Mar en Valparaiso respectievelijk.
Valparaïso is gebouwd op 42 heuvels. Het is beduidend minder uitgestrekt dan Santiago, maar straalt des te meer charme en sfeer uit.
De baai is rond en groot en biedt bescherming tegen de stormen van de Grote Oceaan.
Valparaïso was vroeger een zeer belangrijke haven, daar de schepen die van het Westen naar het Oosten -- of omgekeerd -- , helemaal
rond Zuid-Amerika moesten varen. Valparaiso was dan de eerste -- of laatste -- grote haven. Maar de opening van het kanaal van Panama
maakte meteen een einde aan haar welvaart.

Van ons huis in Nunoa tot het centrum van Valparaiso is een traject van 125 km. En aangezien de autostrade zeer goed is, duurt het ongeveer een uur en half. Bijna hadden we nog een ongeval gehad, maar dankzij de rijvaardigheid van onze chauffeur -- Peter -- konden we nog net die zotte bus ontwijken die zonder aankondiging van rijvak veranderde tegen 80 km/u en ons zo bijna van de weg reed.

Anne,Sabine, Samuel en Régis op een plaza in Valparaiso

Samen met ons, zijn ook onze Franse vrienden Samuel, Anne en Régis (een vriend van Samuel die op bezoek is) aan de tocht begonnen.
Op bovestaande foto kan je zo goed als heel het reisgezelschap zien. Dit plein is het plein van de marine van Chile. Die ondernemen reisjes naar het beroemde Isla de Pasqua, en nemen ook toeristen mee. Zo kan je voor een 7.000 pesos (nog geen 10€) er mee heen varen. Dat kan echter alleen als je veel tijd en doorzettingsvermogen hebt, want de reisjes duren wel een week en het eten is nie echt om over naar huis te spreken
(of juist wel :-) ). We hebben er ons dan ook niet aan gewaagd. Onder het plein is een museum van de marine. De ingang is ook te zien op de foto.

De benedenstad van Valparaïso is lawaaierig en druk. Gelukkig kan je de heuvels invluchten, een 40-tal meter boven de zeespiegel, de enige plek waar het vroeger, gezien de steile hellingen mogelijk was om te bouwen. Deze scheiding tussen de benedenstad en de huizen in de heuvels heeft een belangrijk gevolg voor de stad, namelijk de bouw van 15 kabelbanen waarvan sommige echte stedelijke liften zijn. Ze zien er oud en antiek uit, maar verkeren in goede staat. Zoals je op de foto hieronder ziet is de trap ook nog een mogelijkheid om boven te geraken, maar dat hebben we toch maar 1 keer gedaan. De straatjes zijn bijgevolg zo goed als autovrij, bochtig en vol verrassingen. Tussen de huizen, of van op een van de aangelegde wandelpaden, geniet je van een mooi uitzicht.

170 trappen... Bien ziet af... een alternatief om boven te geraken: de tandradbaan

Na een heerlijke terras-maaltijd op één van deze heuvels zijn we vertrokken naar Viña del Mar, de badplaats op 1 km van Valparaiso. Daar hebben we ons geparkeerd aan het strand en een half uurtje in het zonnetje gezeten op het strand... genieten dus en niet aan fotos maken denken...

Dan terug in actie schieten en gaan wandelen langs de dijk van Viña, je waant je echt in Europa door de grote luxe appartementsgebouwen.
Het ontstaan van Viña valt samen met de aanleg van de spoorwegverbinding tussen de hoofdstad en de haven. De rijke inwoners van Santiago konden op die manier gemakkelijk de oceaan bereiken waar ze buitenverblijven lieten optrekken.
Na even op de pier gewandeld te hebben zijn we dan nog een ijsje gaan verorberen in het centrum. De laatste foto toont één van de centrum straatjes van Viña. Op de achtergrond zie je een kasteel dat ons enorm deed terug denken aan de kastelen van de Loire, en vooral aan dat van Blois.

Peet aan het strand van Viña Het centrum van Viña

Woensdag 6 augustus 2003

Die woensdag vroeg uit de veren om te gaan skiën. Er zijn enkele goede ski-gebieden ten oosten van Santiago, op zo'n 45 km van het centrum: Valle Nevado, El Colorado, Farellones en La Parva. Ze liggen alle 4 in dezelfde vallei, en staan in communicatie met elkaar.
Een dagje skiën in Valle Nevado vanuit Santiago kost voor studenten een 30€ per persoon (materiaal, skipas en vervoer inbegrepen).
Het skigebied is er ook groter en mooier, dus kozen we voor Valle Nevado als uitvalsbasis.

We hadden afgesproken met een Europese delegatie om samen aan dit nieuwe avontuur te beginnen. Uit Engeland: Dave, uit Nederland: Alice, uit Frankrijk: Régisse en uit België: Peet en Bien. Het avontuur begon met een leuke micro rit naar de Plaza Italia, van waar een busje ons naar de Valle Nevada zou voeren. Volgens de organisator zouden we normaal om 10 uur aan het skiën zijn. We kwamen echter pas om 12 uur boven aan... maar die vertragingen zijn we stilletjes aan wel gewoon aan het raken. Toch blijven ze frustrerend als je weet dat je slechts 1 dagje kunt gaan skiën.

Bien in vol ornaat in de Micro! Bien op de ankerlift. Bien, Régis, Dave en Elisabeth. Peet in vol ornaat op de lift!

Het skigebied strekt zich boven de 3000 meter uit en de pistes zijn in goede staat. We hebben tot 17 uur kunnen skieën, nadien sluiten de liften en moesten we ook terug zijn op de parking waar ons busje ons opwachtte.

De vuile smog van Santiago op de achtergrond! Het Andes-gebergte. Peter en Dave. Het ski-station van Valle Nevado.